Nieuws
Regeling vervroegd uittreden (RVU) wordt structureel: dit verandert er
29 september 2025
Uit de op Prinsjesdag gepresenteerde plannen blijkt dat de Regeling voor vervroegd uittreden (RVU) structureel wordt ingevoerd. Daarnaast stijgt het drempelbedrag waarboven de RVU-eindheffing van toepassing is.
De versoepeling van de Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) zou oorspronkelijk eind 2025 aflopen. In zowel de Voorjaarsnota als een Kamerbrief is bekendgemaakt dat de regeling structureel wordt ingevoerd. Deze beslissing wordt nu bevestigd in het Belastingplan 2026.
Vervroegd uittreden voor zware beroepen
Met de Regeling voor vervroegd uittreden (RVU) kunnen werkgevers oudere werknemers met zware beroepen eerder laten stoppen met werken. Tot een bepaald drempelbedrag zijn zij vrijgesteld van de eindheffing, die bedoeld is om te voorkomen dat werkgevers oudere werknemers te gemakkelijk laten afvloeien.
Hoe werkt de eindheffing?
De fiscus heft in principe een eindheffing van 52% (RVU-heffing) om werkgevers te ontmoedigen oudere werknemers voortijdig te laten afvloeien. In het pensioenakkoord is echter tijdelijk een RVU-regeling ingevoerd, die het mogelijk maakt voor oudere werknemers met zware beroepen om vervroegd met pensioen te gaan. Tot een bepaald drempelbedrag geldt deze heffing niet, omdat ervan wordt uitgegaan dat zware beroepen doorgaans gepaard gaan met een lager inkomen.
Nieuwe regels voor RVU-vrijstelling vanaf 2025
Werknemers mogen maximaal 3 jaar vóór hun AOW-leeftijd met vervroegd pensioen gaan en zijn tot een bepaald drempelbedrag vrijgesteld van de RVU-eindheffing (in 2025 bedraagt dit € 2.273 per maand). Dit drempelbedrag stijgt jaarlijks met € 300 per maand. De regeling wordt nu structureel ingevoerd.
Daarnaast wordt de RVU-eindheffing verhoogd voor werkgevers die niet voldoen aan de gestelde voorwaarden. Het tarief stijgt van 52% nu naar 57,7% in 2026, vervolgens naar 64% in 2027 en 65% in 2028.
Bron: www.salarisnet.nl